In het midden van elke tand zit een zenuwkamer. Afhankelijk van welke tand zijn er x-aantal kanalen die vanuit de zenuwkamer naar de wortelpunt gaan. Hieruit wordt de tand doorbloed en bezenuwd.
Als er een diep gaatje of diepe vulling de zenuw aantast krijg je vaak hevig kloppende tandpijn. In een vroege fase kan een goede vulling de zenuw terug kalmeren. Indien er ook nachtelijke pijn is, zal de zenuw niet kalmeren en moet de tand ontzenuwd worden. Anders zal er een onsteking vormen aan de wortelpunt (abces).
In een eerste fase wordt de tand gereinigd en ontsmet, nadien krijgt de tand een voorlopige vulling. In een tweede fase wordt de tand terug geopend en worden de wortelkanalen verbreed zodat deze kunnen worden gevuld. Hierdoor sluiten we de wortel hermetisch af zodat er geen nieuwe bacteriën in kunnen. Hierna wordt de tand gevuld. Het kan zijn dat er niet meer voldoende tand overschiet om een duurzame vulling te maken. Soms is dan een kroon of stift aangeraden (zie kroon en brugwerk).
Op deze manier kan de tand toch behouden blijven. De slaagkans van deze behandeling is geen 100%. In uitzonderlijke gevallen komt de ontsteking later terug.